Als je een nieuwe opleiding gaat volgen in een re-integratie traject dan moet je tegenwoordig aantonen wat de baankansen van je opleiding zijn. Je moet dat doen door middel van een aantal vacatures en arbeidsrapporten die zijn opgesteld, want tegenwoordig kun je geen opleiding meer volgen die geen perspectief op een baan heeft. Vroeger werd er immers maar volop raak geschoold. Mensen die een andere opleiding wilden kozen voor een re-integratie traject en kozen een opleiding die ze wel leuk leek. Maar tegenwoordig kan dat dus niet meer, je kunt een opleiding kiezen waar alleen voldoende kans is op werk. <h2>Waar ging het mis?</h2>Je kunt je misschien afvragen waar deze harde eisen nu vandaag komen. De oorsprong ligt in de jaren ’90. Toen kozen mensen zomaar een opleiding. Je maakte je er niet druk om of je wel een kans had op een baan, je wilde immers iets doen wat je leuk leek. In de jaren 2000 keerde het tij, het UWV zag in dat het zo niet werkte en besloot in te grijpen. Je mocht alleen een opleiding doen als het opleidingsinstituut of de werkgever je een baan kon garanderen. Echter liep het hier ook mis, want hoe kun je de resultaten hiervan nu toetsen?
<h2>Hoe is het nu gesteld?</h2>Tegenwoordig praat men niet meer over ‘baangarantie’ of over ‘baanintentie’ maar over ‘BaanInZicht’. Je moet dus aan kunnen tonen dat er in die sector waar jij in wilt gaan studeren ook daadwerkelijk baankansen zijn. Zo wordt dus voorkomen dat je een studie gaat doen waarin je uiteindelijk geen baan zult vinden. Zo verklein je de kans dat mensen na het volgen van een studie zonder baan zitten. Mensen moeten dus een opleiding kiezen en volgen met perspectief op werk. Werk zoeken in het motto, al dan niet via outplacement!
|
https://www.wervingenselectiekennemerland.nl/nieuws/werkgelegenheid-randstad-en-decentrale-regios/ |